Apen, avontuur en anti blanken sentiment - Reisverslag uit Kasane, Botswana van Diede - WaarBenJij.nu Apen, avontuur en anti blanken sentiment - Reisverslag uit Kasane, Botswana van Diede - WaarBenJij.nu

Apen, avontuur en anti blanken sentiment

Blijf op de hoogte en volg Diede

19 November 2017 | Botswana, Kasane

Hallo allemaal,

Daar was ik weer met een nieuwe blog! Deze keer weer vertrouwd op zondag. Inmiddels ben ik (een dag eerder dan gepland) in Kasane. Kasane ligt vlakbij de grens met Zambia en Zimbabwe en aan de rand van Chobe National Park. Het reizigersleven went redelijk snel, al is het allemaal wel behoorlijk anders dan ik had verwacht. Het is laagseizoen, dus het is behoorlijk rustig (lees: bij vlagen uitgestorven) overal. Hierdoor heb ik nog vrij weinig mensen ontmoet helaas. Aan de andere kant is het na 3 maanden Phikwe ook heel fijn om gewoon je eigen plan te kunnen trekken, dus erg rouwig ben ik er ook niet om.

Mijn vorige blog eindigde met mijn aankomst in Maun. Nadat ik mijn legertentje had ingericht en had geprobeerd in te pakken voor mijn kampeeravontuur de volgende dag moest ik er toch aan geloven, mengen met de blanken. Het was heel raar om na zo’n lange tijd weer tussen de westerlingen te zitten en vooral om weer eens alleen te zijn. De regen kwam ondertussen met bakken uit de lucht (de eerste daar dat jaar, dus ik bracht geluk denk ik) dus geheel had een beetje treurige sfeer. Gelukkig was het uitzicht mooi en het eten (groentencurry) heerlijk. De afritsbroeken van de buren neem je dan maar even voor lief.

De volgende ochtend was het dan zover, ik zou op weg gaan om in de Delta te gaan kamperen. Nadat de speedboot die ons naar de kanoplek bracht volgeladen was met mijn spullen (eten, kookspullen, tent, matje etc.) konden we gaan. Ook werd me nog even een fles benzine toegestopt, want het kampvuurhout was een beetje natgeregend. Dan kon ik daarmee een fikkie stoken. De speedboot varieerde van standje orkaan tot stilstaand als de boot voor ons weer een exotische vogel zag (en dat zijn er veel kan ik je zeggen). Na een uurtje kwamen we uitgewaaid en wel aan op een strandje waar we een poler (= gids die je rondvaart in de Delta) kregen. Aangezien het gemiddeld safaritype nooit vrijwillig kampeert, was ik alleen met mijn gids. Dit klinkt vrij ongemakkelijk, dat was het soms ook. De 22 jarige KB (waarom je je kind kandidaatsbestuur noemt is mij een raadsel, haha) was nogal heel erg verlegen. Ik weet na ruim 24 uur met hem te hebben doorgebracht enkel dat hij zijn school niet af heeft gemaakt, zijn familie allemaal in het toerisme werkt en dat hij Australiërs de leukste toeristen vindt. O en de olifant is zijn lievelingsdier. Desondanks had hij een enorme kennis over de natuur en de dieren, die hij maar al te graag met mij deelde. Voor de rest was het vooral heel veel stil, wat voor de verandering ook wel eens lekker was.

Net nadat we vertrokken waren stuurde KB ons gelijk het riet in. Ik was al bang dat ik de stagiair gids had gekregen, maar het bleek omdat hij een piepklein kikkertje had gespot (echt hoe hij het zag, niet te geloven!). Dus na een foto gemaakt te hebben (dat voelt toch semi verplicht altijd haha) konden we weer door. Het was de meest relaxte omgeving waar ik in tijden was geweest. We kwamen zelden mensen tegen en je hoorde enkel het geluid van de vogels en de stok in het water waarmee de gids onze kano rondvoer. Je dagdromen werd af en toe verstoord doordat hij ineens riep, stand up, omdat er dan ergens in het riet of op het land een exotisch dier te zien was. Ik was vooral bang om uit de boot te donderen (een 6 meter lange smalle kano is nogal wiebelig) maar het was het altijd de moeite waard. Ik zag in de twee dagen onder andere zebra’s, wildebeesten, apen, antilopes, olifanten, nijlpaarden en heel veel vogels.

In de middag meerden we aan op een eilandje in de delta. Hier zetten we onze tent op vlak naast de olifantendrollen (het eiland werd vaak bezocht door wilde dieren. Wel leuk kan je naast de olifantendrollen schijten). De rest van de middag was rustig. De gids leerde mij varen met de kano (mokoro). Ik dacht dat ik met mijn zeilervaring dat makkelijk zou kunnen maar het was toch lastig. Ik had wel talent volgens de gids (zou ik ook zeggen als je nog 24 uur met iemand een boot moet delen). Ook heb ik, nadat de gids gezworen had dat de krokodillen echt alleen veel verderop zaten, even gezwommen in het mooie heldere water. Verder hebben we diverse wandelingen gemaakt, waardoor we uiteindelijk op 10 meter afstand van zebra’s liepen. De gids wist ook van alles over de planten (inclusief de traditionele geneeskrachten ervan) en bomen. Ook riep hij mij op de meest random momenten om te kijken naar een beest of om te laten zien dat hij een stekel van een stekelvarken had gevonden. Cute. Na de avondwandeling gingen we koken op ons kampvuurtje (de gids was zo profi dat de benzine onnodig was) en smaakte de pasta heerlijk. Starend naar het kampvuur met op 15 meter afstand een badderende olifant en overal vuurvliegjes maakte deze avond magisch mooi. De gesprekken waren nog steeds minimaal en de gids zei alles op dezelfde neutrale toon. Ook dat ik echt niet mijn tent uit mocht ’s nachts zonder eerst te schijnen of er niet per ongeluk een nijlpaard in de buurt was en dat ik anders moest wachten. Ik besloot toen onmiddellijk dat ik niet moest plassen de hele nacht.

Na een nacht fantastisch te hebben geslapen (toch beetje zorgwekkend hoe weinig overlevingsinstinct ik heb wel) volgende er nog een trage ochtend. Na een ontbijt met broodjes pindakaas hebben we een ochtendwandeling gemaakt en daarna vooral veel gezeten. Ik pakte mijn puzzelboekje erbij, maar mijn gids was de koning van de mindfulness en het niks doen. Ik vond het ongelofelijk. Aan het eind van de middag gingen we weer terug, waar de speedboot met een koud biertje op ons stond te wachten. Heerlijk. Ik vond het echt een fantastische nacht maar was toch blij om weer mensen te treffen met iets meer sociale vaardigheden.
De rest van de dagen in Maun heb ik vooral gerelaxed. Een beetje zwemmen, veel en lekker eten en een beetje lezen en puzzelen. Heerlijk. Vanwege het laagseizoen werden er weinig tripjes georganiseerd, wat lastig is omdat ik als 1 persoon altijd aan moet sluiten bij al bestaande groepen (of ik moet 4x zoveel betalen). Het leek er dus op dat ik weinig kon gaan doen buiten de deur. Ik besloot toen maar een ochtendje te gaan shoppen in het centrum. De taxi was erg teleurgesteld dat ik een lokale gedeelde taxi nam, maar dit heeft me toch wel een euro of 10 in totaal bespaard. Ik word nog eens een echte reiziger.

Bij terugkomst wachtte mij een aangename verrassing, er was toch een tripje naar de plek die ik wilde de dag erop. Ik mocht aansluiten bij een groep Engelssprekende bejaarden met verrekijkers. Ondanks dat deze mensen diep gelukkig waren met het feit dat er dezelfde stroop was als thuis, was ik toch blij dat ik bij ze kon aansluiten.
Dus vertrokken we de volgende dag om 6 (wat ik tegenwoordig een prima acceptabele tijd vind) richting Moremi, een natuurpark aan de rand van de delta. De bejaarden bleken Canadees en Nieuw- Zeelands en waren (gezien het stroopverhaal) en stuk avontuurlijker dan ik had verwacht. Ze reisde al 4 weken in zuidelijk Afrika en werden (net als ik!) erg enthousiast van onze gids die graag even off road reed om dichter bij dat (o zo onvoorspelbare en agressieve) nijlpaard te komen. Het park was geweldig mooi en ik heb nog nooit zoveel dieren bij elkaar gezien. Ze stonden ook soms gewoon naast je auto (ik kon ze bijna aanraken). Ook onze koffiepauze werd heftig verstoord door vogels en eekhoorntjes die onze spullen kwamen stelen. De gids was ook relaxed en had een belachelijk grote kennis van het dierenrijk. Het commentaar van mijn reisgenoten maakte het af (“Look dear, another giraffe. Hello pretty fellah). Alsof je naar een BBC documentaire zit te kijken, heerlijk. Na met uitzicht op een meertje waar ongeveer heel Artis rondliep was het tijd om weer langzaam terug te keren over de heftige wegen van het park. Kortom een hele chille dag. Ik zag onder andere olifanten, giraffen, buffels, nijlpaarden, zebra’s, impala’s, zwijnen (Pumba!), krokodillen en duizenden vogels.

De volgende dag vertrok ik vanuit mijn paradijsje naar de volgende plek, Gweta. Hier zou ik de zoutpannen gaan bezoeken. De bus ging vaak, dus ging ik na het ontbijt op mijn gemakje naar de bus. Zelfs zoiets idioots als OV in Afrika kan dus wennen. Om 12 uur was ik al op de plaats van bestemming. De Lodge was de duurste en meest luxe plek waar ik ging verblijven. Het was echter uitgestorven toen ik aankwam. Na een tijd wachten kwam er een overenthousiaste neppe Brit die mij beloofde terug te komen op welke tours er georganiseerd zouden worden en zei dat er ongeveer 10 mensen zouden slapen die avond. Het personeel was de rest van de dag nergens te bekennen. Waardoor ik niet enkel alleen was, maar ook niks kon eten of drinken. Uiteindelijk kwamen ze wel, maar zelfs met mijn opgebouwde engelengeduld duurde het heel lang. Toen ik uiteindelijk ging eten (biefstuk, ik wist even niet wat ik aan moest met zoveel fancyness) waren er 2 Botswanen en een lokale witte man en ik. Ik geloof dat er meer personeel dan gasten waren. Toch vonden ze het niet nodig om zich te bemoeien met mij en ik voelde mij behoorlijk genegeerd. Vooral toen om half 8 (na 3x vragen bleek) dat er geen activiteiten georganiseerd konden worden. Ik was vrij boos en besloot de dag erop (een dag eerder dan gepland) af te reizen naar de volgende plek. Ik heb nog een agressieve mail gestuurd met dat ik graag als mens in plaats van als meubelstuk wordt behandeld, ik ben benieuwd of ze nog iets gaan laten weten.

De volgende dag ontmoette ik in de bus een Zambiaanse vrouw, die na een chill gesprek het nodig vond om mij even te gaan vertellen dat ik meer in God moest gaan geloven. Nadat ik haar ongeveer een kwartier heb laten praten viel ze als een blok in slaap en heb ik haar de rest van de bijna 5 uur durende busreis niet meer gehoord. Ik moest van de hosteleigenaar bellen als ik er bijna was. Dit was lastig omdat er in de bush tussen de twee plekken geen bereik was. Toen ik dus belde om zo de busmeneer te laten weten waar ik er uit moest waren we ook precies op de plek waar ze mij uit de bus moesten laten. Oops, net op tijd dus. Ik stond ergens in een buitenwijk van de stad waar ik binnen no time werd opgehaald door een busje (echt, hoe makkelijk ik nu in een busje met donkere mannen stap is niet oké, haha).

Het hostel was nog in aanbouw, met onder andere een enorm niet af zwembad in de vorm van een gitaar, maar erg schattig. De eigenaar legde mij alles uit (inclusief hoe een douche werkt) en vertelde dat ik mijn spullen wel in de koelkast van zijn huiskamer mocht zetten. Ook gaf hij mij een po als ik ’s nachts niet meer naar buiten wilde. Ook kon hij gewoon mensen bellen als ik op safari wilde en zou hij mij aan het eind van de middag meenemen naar de supermarkt. Na een tijdje chillen in mijn kamer konden we gaan, al moesten we eerst “even” naar de camping van een vriend ruim 50 km verderop gaan kijken (geen straf met overal langs de weg exotische dieren). Uiteindelijk was ik pas om half 8 in de supermarkt, waar ik (heel Botswaans, want er staat altijd een enorme rij) gekookt eten kocht. Ook moest ik even een waterkoker voorschieten voor de hostelbaas, maar dat zou hij van mijn rekening aftrekken. Toen ik uiteindelijk in zijn huiskamer mijn rijst met kip zat te eten (anders kwamen de honden achter me aan) met het Botswaanse journaal aan, voelde ik me weer helemaal thuis. Ondanks dat dit hostel nogal primitief is (en ruim 50 euro per nacht goedkoper dan het fancy hotel van de dag ervoor) voelde ik me veel meer op mijn gemak. Blijkt maar weer dat ik niet gemaakt ben voor luxe.

Na een heftige nacht waar ik het gevecht met de klamboe verloor (ik tel 32 muggenbulten op mijn onderbeen…) was het tijd voor ontbijt. Daar ontmoette ik de enige andere gast, een Nederlandse vrouw van in de 60 die in haar eentje een halfjaar door Afrika reist. Ze was een hele interessante vrouw (ik denk een oude hippie) waarmee ik al snel diepgaande gesprekken had (al waren we het over heel veel dingen wel heel snel eens). Vooral onze haat voor luxe safari types was heel heerlijk om te delen.

Een paar uur na deze uitspraak riep mijn host dat ik nu weg moest (O, Botswana). Ik had namelijk gevraagd of ik vandaag op safari kon (hij heeft ook een safari bedrijf). Er was bij hem zelf niks gepland, maar ik kon voor goedkoop aansluiten bij een andere groep. Een vriend van hem bracht me naar de plek van vertrek, wat een 4 sterren lodge bleek te zijn. O the irony. Ik heb daar met deze vriend, die ook een gids bleek te zijn, milkshakes gedronken aan de bar terwijl ik me meer Botswaan dan Europeaan voelde (toch goed geïntegreerd hier). Hij stond erop mijn drankje te betalen (zonder me zelfs ten huwelijk te vragen!) en om 3 uur kon ik aansluiten bij een groep met Duitsers en Amerikanen. Ik ben snel naar de gids gaan zitten omdat deze mensen precies de mensen zijn die ik daarvoor heb uitgelachen. De Duitsers bleken rustig en chill, maar de Amerikanen waren vermoeiend en dom. Ze wilde perse giraffen en zebra’s zien, ook als dat betekende dat we middenin een foto van een Duitser door moesten rijden. Gelukkig loste karma het goed op door tot 2x toe een mestkever tegen haar aan te laten vliegen. Ook bukte de giraf steeds als ze een foto wilde nemen, dus ik kon fijn van binnen grinniken.
Onze toch door het National park was erg mooi en we hadden veel geluk met dieren spotten. Aan mijn (toch al indrukwekkende lijstje) kan nu ook nog de leeuw worden toegevoegd. Verder was het uitzicht op de Chobe Rivier (die de grens tussen Botswana en Namibië vormt) supermooi. Het was wel jammer dat het veel massaler was dan in Maun, waardoor je soms in de file stond tussen de andere auto’s. De gids maakte een hoop goed, hij was erg gelukkig met iemand als ik die niet de typische 4 sterren toerist is. Hij vertelde veel vermakelijke sterke verhalen zoals een over dat hij eens 3 dagen als kind in het wild heeft overleefd omdat hij verdwaald was.

Bij terugkomst ging ik maar snel koken (mijn pak pasta is nog niet op!) toen er ineens 6 jonge blanke mensen arriveerden. Ik wist niet wat ik zag! Het bleken 2 groepen internationale studenten uit Zuid-Afrika te zijn. Dus ineens had ik gezelschap van 3 Fransen, een Griek, een Duitser en een Oostenrijker. Zo ontmoet je niemand, zo 7 mensen op een dag. Heerlijk.

Morgen ga ik misschien nog proberen om een boottochtje te maken (de Amerikanen vertrokken morgen dus die kom ik dan niet tegen) en moet ik geld regelen, want de dag erop vertrek ik naar de Victoria Falls in Zimbabwe. Naast dat ze daar geen cash hebben schijnt er ook iets met een coup aan de hand te zijn. Na zorgvuldige research bij de ambassade (thanks Tes!) en locals en het advies van de internationale studenten, die niks van alles hebben gemerkt toen ze er waren, leek het me veilig genoeg om te gaan. Harare is 500 km ver weg en de grens van Botswana 50, dus ik ben zo weer terug in dit veilige oord. Ik zal geen gekke dingen doen (behalve misschien een beetje bungeejumpen ofzo) en op mezelf passen.

Over een week zit ik alweer in het vliegtuig! Het is zo gek, maar ik kijk er ook wel een beetje naar uit om mijn vrienden en familie weer te zien. Voor nu ga ik nog even heel erg genieten van de laatste week!

Tot snel weer!

Liefs,
Diede

En, vanwege voldoende inspiratie, toch nog een Botswana voor beginners:

- Ze kunnen wel zeggen dat nijlpaarden zo gevaarlijk zijn, maar er gaan jaarlijks meer mensen dood aan de geiten en koeien die hier zomaar de weg over rennen. Daar moeten ze eens iets aan doen (aldus de gids in Moremi). Dit zei hij toen we op 5 meter afstand van het nijlpaard stonden (leven op het randje enzo).
- Dat vrijwillig kamperen niet iets is voor de gemiddelde Botswana bezoeker werd snel duidelijk. Nadat de baas mij eerst vroeg waarom ik dat dan wilde zei hij ook dat ik dan maar naar de kerk moest en veel moest bidden, anders kwam het nooit goed. Waar zijn de echte avonturiers?
- Ondanks dat Botswanen in deze streek wel leren zwemmen en het water in de Delta super helder is zwemt er niemand. Ik werd daarom ook aangekeken door een rosé drinkende Botswaan in een bootje alsof ik over haar hoofd heen kotste. Ik vind het zelf gekker dat je naar de jungle reist en dan niets van de natuur wil ervaren (er zijn zelfs mensen die bij hostels in de bush klagen dat er beestjes zijn..), maar ieder zijn ding toch?
- Er gebeuren hier redelijk wat auto ongelukken (met en zonder exotische dieren). Blijkbaar is het dan niet gebruikelijk om de uitgebrande resten van je auto weg te halen, waardoor de weg naar Kasane een soort auto kerkhof leek. Ik vond het eng (al denk ik wel dat het een goede campagne is om veilig te rijden).
- De bouwvakkers van de camping bij Kasane houden hun conditie op peil door gewicht te heffen. Hiervoor geen fancy halters, maar gewoon emmers met cement gevuld. Het was een prachtig gezicht.
- Alle Botwanen stellen zich aan toeristen voor met een Engelse vertaling van hun naam. Zo noemde 1 jongen zichzelf Blue. Het bleek niet echt de vertaling te zijn, maar het klonk een beetje hetzelfde en dat was makkelijk. Haha.
- Afwassen in de bush is gewoon je bord in de Delta houden. Ditzelfde water drinken de polers ook zonder problemen, tot groot afgrijzen van de fancy safari bezoekers. Ze hebben hier magen van staal volgens mij.
- Botswanen hebben allemaal huis, tuin en keukenmiddeltjes. Zo werkt gedroogde olifantenpoep aansteken tegen muggen en is er een plantje dat ze als zonnebrand gebruiken. Gelukkig hebben Botswanen niet heel hard zonnebrand nodig want er kwam bedroevend weinig vocht uit de plant.
- Het hostel in Maun draaide uitsluitend foute 90 hits. Ik heb even overwogen op een willekeurige dinsdagochtend om heel hard “I want it that way” mee te zingen, toch niet gedaan. Spijt van. Op dat soort momenten vergeet je heel makkelijk dat je aan de andere kant van de wereld zit.
- De Nederlanders zijn hier makkelijk te herkennen. Naast dat ze hard praten, klagen ze uitzonderlijk veel en bemoeien ze zich overal mee. Ik vermijd dus altijd zo lang mogelijk om te zeggen waar ik vandaan kom als ik ze spot in het wild.
- In the Jungle is hier nog een populaire hit. Opzich leuk en gezellig, totdat je poler dit obsessief blijft fluiten terwijl je in je tentje in de bush ligt (laat die leeuw maar lekker blijven slapen graag!).
- De meeste safari types zijn geobsedeerd over het zien van de Big 5. Mij doet dat niet zoveel, ik vind het gewoon leuk om beesten te zien. Misschien daardoor juist kreeg ik in de Delta de buffel te zien (die daar blijkbaar haast nooit is). Er zijn zelfs mensen die niet meer willen kijken naar een beest. Omdat ze al een foto hebben. Shoot me.
Diede

Actief sinds 03 Aug. 2014
Verslag gelezen: 218
Totaal aantal bezoekers 10590

Voorgaande reizen:

16 Juli 2019 - 04 Augustus 2019

Balkan rondreis

10 Augustus 2017 - 27 November 2017

Avontuur in Afrika!

13 Augustus 2014 - 31 December 2014

Uitwisseling in Joensuu

Landen bezocht: