Revolutie, raften en reizigersvrienden - Reisverslag uit Johannesburg, Zuid-Afrika van Diede - WaarBenJij.nu Revolutie, raften en reizigersvrienden - Reisverslag uit Johannesburg, Zuid-Afrika van Diede - WaarBenJij.nu

Revolutie, raften en reizigersvrienden

Blijf op de hoogte en volg Diede

26 November 2017 | Zuid-Afrika, Johannesburg

Hallo allemaal,

Hierbij weer een blog met mijn belevenissen van de afgelopen week. Dit vanuit mijn comfortabele kamer in Johannesburg. Na de afgelopen weken steeds rondgereisd te hebben is het heerlijk om even een dagje te relaxen. Straks vlieg ik vanuit hier naar Egypte om dan morgen rond 14.00 uur weer in NL te arriveren! Ik geloof dat ik me nog niet helemaal realiseer dat ik morgen alweer in ons koude kikkerlandje ben. Gelukkig helpt het weer hier een beetje, want alle mensen klagen over hoe koud het is (max 21 en regen). Ik ben instant mega verkouden, dus dat wordt nog leuk!

Mijn laatste blog eindigde ik in Kasane. Mijn laatste dag daar was opnieuw een relaxte. De eigenaar had belooft mij naar de winkels te brengen om geld te wisselen (en wat Botswaanse etenswaren te kopen) maar we moesten “even” wachten op de bouwvakkers die druk aan het overleggen waren hoe ze in godsnaam een gitaarvorming zwembad moesten gaan afwerken (dit baseert ik op de hoeveelheid dat ik het woord “matata” (=probleem) heb gehoord). Ik heb dus nog rustig even een boek gelezen en de Nederlandse vrouw geholpen met de computer. Mijn geduld werd weer extreem getest, want als je niet weet waar de Backspace zit maar mij wel gaat vertellen dat wat ik zeg niet klopt heb je wel ballen. Zelfs mijn oma is digivaardiger, want die kan gewoon wel zelfstandig een email met bijlage versturen. Inmiddels vond ik de vrouw bij vlagen nogal vervelend want ze had (zoals zoveel Nederlanders…) overal een mening over. Mijn generatie deugt niet omdat ze teveel op hun telefoon zitten, ik heb niet echt gereisd want ik ben niet in het “echte” Afrika geweest en alles was te duur hier. Ik ben benieuwd hoe de rest van haar maanden gaan zijn. Als ik namelijk iets geleerd heb hier is dat soms gewoon accepteren het Afrikaanse leven een stuk leuker en makkelijker maakt.

Die avond zou ik een boottochtje over de Chobe rivier gaan maken en ik vroeg aan de eigenaar of hij me misschien wat eerder naar het centrum wilde brengen zodat ik nog een beetje kon rondlopen. Dat was uiteraard geen probleem, dus nadat hij zijn bouwmarktrekening had betaald en allerlei mensen had afgezet werd dat geregeld. Eerst moesten we nog even flesjes drinken kopen in de supermarkt, want de cruise waar ik meeging was blijkbaar met drankjes. Aangezien ik via via kon aansluiten moesten die dus nog even geregeld worden voor mij. Na opnieuw een supermarkt lunch (jeej voor kip met rijst die al een uur onder huishoudfolie ligt te zweten) ging ik een rondje lopen door het “centrum”. Aangezien Kasane aan alle kanten ingesloten wordt (links = nationaal park, boven is Chobe rivier en rechts = Zimbabwe) was het vooral een hele lange weg met veel lodges en weinig leuks om te zijn. Ik heb nog geprobeerd af te dingen voor souvenirs, maar na 5 minuten bleek dat de vrouw niet de eigenaar was van het kraampje, maar die van het groentenkraampje ernaast. De eigenaar was even naar de bank. Kansloze missie dus, maar desondanks mooie dingen gescoord (nu maar hopen dat het echt de buurvrouw was..).

Toen, precies toen het tijd was voor de sunset cruise, begon het te regenen. Men is erg blij met regen hier, maar de timing was een beetje jammer. Gelukkig hadden we een enorme boot (pasten makkelijk 100 mensen op) en waren we met zijn 8en, dus ruimte genoeg om te schuilen. Ook kregen we allemaal een regenpak. Het voelde bijna alsof ik lekker de Biesbosch ging bezoeken (zo zagen de foto’s er blijkbaar ook uit…). Het verschil was echter dat er opnieuw veel exotische dieren waren. Je weet dat je verwend bent als je jezelf op de gedachte “O, alweeeer een nijlpaard” betrapt… Ook de gidsen waren erg stil, dus het werd een meditatief ritje. Gelukkig brak al snel de zon door en was mijn laatste avond in Botswana machtig mooi. Een enorme zonsondergang, het geluid van beesten in het water en geen vervelende Amerikaanse toeristen die de rest verstoorde. Op het bovendek (ja zo groot was die boot dus) kon ik heerlijk staren met de wind in mijn haren (je wordt er bijna poëtisch van) en was het een heerlijke afsluiting van mijn tijd in Botswana. Terug aan land werd ik keurig opgehaald door de vriend van de eigenaar, aan wie ik maar moeilijk uitgelegd kreeg dat ik hem echt niet kon helpen met een business proposal schrijven omdat ik daar geen verstand van heb. Hij vond dat bijzaak, ik niet haha. ’s Avonds nog even gecheckt of mijn lift naar Zimbabwe was geregeld en ik kon de volgende dag aansluiten bij een bus met dagjesmensen. De details waren uiteraard nogal vaag, maar inmiddels heb ik geleerd te vertrouwen op een goede afloop.

Het vertrek was uiteraard chaotisch, want na een half uur wachten hadden we daarna ineens haast. Na 4 belletjes over de exacte locatie werd ik gedropt bij de grensovergang, maar ik onmiddellijk mijn visa papieren kon gaan invullen. Gelukkig stonden we voorin de rij, want de coup schrok weinig mensen af om toch naar de watervallen te gaan. Na de 2 kantoortjes binnen 50 meter te hebben doorkruist (Botswana uit, Zimbabwe in) was het nog een autoritje van een uur door de bush. Na wat overstekende olifanten te hebben ontweken werd ik keurig voor mijn hostel gedropt.

Na een paar keer bellen dat er een jonge blanke Brit open, die maar open had gedaan omdat niemand bij de receptie was. Waar ik een beetje bang was voor een typisch backpackers hostel waar het vooral party hardy was, kwam ik binnen in een soort oase van rust. Een grote en groene tuin, mensen die een boek lazen in een hangmat of met hun voeten in een vijver zaten met visjes die aan je tenen knabbelen. Na het personeel te hebben gevonden (gelukkig geen herhaling van Gweta) mocht ik slapen in de olifantenkamer, die ik deelde met een Zweedse, 2 Amerikanen en een oude Brit.

Ondertussen was het 10.30 in de ochtend, dus had ik de rest van de dag om lekker te chillen in een hangmat, een beetje te zwemmen en te bedenken wat ik de dag erop ging doen. Nadat ik had geboekt voor een adrealine rush de volgende dag ontdekte ik dat ze fietsen verhuurden bij het hostel. Als een kind zo blij (ik ben toch wel een echte Nederlander) ging ik met mijn fietsje op weg naar het centrum van Victoria Falls. Het was namelijk prima veilig (“De dieren zijn hier gevaarlijker dan de mensen” aldus Blessing de receptioniste) en ik was erg in mijn sas met de vrijheid van een fiets (ondanks dat het echt een kutfiets was, haha). Het centrum bleek vooral heel erg toeristisch te zijn met overal souvenirwinkels en restaurants. Het bleek al snel dat alles hier nogal duur was, maar desondanks genoot ik intens van mijn $4 smoothie in een veel te westers café. Na iedereen thuis overtuigd te hebben dat alleen door de stad fietsen echt betekend dat ik voorzichtig doe was het tijd voor een bezoekje aan de supermarkt. Nu vind ik dat altijd leuk in het buitenland, maar hier was het extra fascinerend. Aangezien ze grote financiële problemen hebben is er nauwelijks cash beschikbaar en ligt de economie al een lange tijd op zijn gat. Hierdoor waren sommige dingen die uit de buurt kwamen goedkoop en andere dingen absurd duur. Een lokale zak chips koste $0.80, een internationaal merk $5. Ik besloot voor soep met broodjes te gaan (wat dan weer heel goedkoop was) en kwam erachter dat ze op dit moment ongeveer elke valuta aannemen. Zuid Afrikaanse rand, Botwaanse Pula, Dollars, Bond notes (een soort reserve dollars) of een combi, het is allemaal goed. Ik betaalde met Pula en kreeg wisselgeld in Dollars, waarna ik weer met mijn fietsje op weg naar huis kon.

De keuken bleek al snel de centrale ontmoetingsplek, dus de rest van de avond ben ik daar niet meer verdwenen. Er bleken ontzettend veel like-minded mensen te zijn die vrijwel allemaal hele coole avontuurlijke reizen aan met maken waren. Behalve het uitwisselen van wat we die dag gedaan hadden (mensen waren lyrisch enthousiast over raften) belanden we al snel in wat diepgaandere gesprekken. Het werd een tikje ongemakkelijk toen een Trump supportende Amerikaan een statement ging maken over dat een muur bij Mexico best een goed idee is en de Duitsers toen begonnen over de Berlijnse muur. Politiek ligt gevoelig blijkt maar weer. We werden gestoord door een blanke Zimbabwaan (die zijn er veel meer dan ik dacht) die vertelde dat Mugabe was afgetreden. De hele eerdere hysterie die door het Nederlandse nieuws werd geschept bleek volgens lokale mensen en reizigers die in Harare waren toen de coup begon erg mee te vallen. De Zimbabwanen zijn zo gewend aan moeilijke situaties dat ze gewoon gingen werken en naar school gingen, het normale leven gaat door. Het viel me gelijk op dat mensen hier ongelofelijk vriendelijk zijn en altijd een praatje met je willen maken (zonder je gelijk ten huwelijk te vragen wat ook best een verademing is).

Ik besloot vroeg naar bed te gaan, wat de volgende dag een erg domme beslissing bleek te zijn. Ik had in de verte wel wat toeterende auto’s gehoord maar het bleek dat er bizar groot feest gaande was in het centrum. Mensen dansen en zongen op straat, overal reden toeterende auto’s en mensen waren uitgelaten blij. De filmpjes die ik de volgende dag van de mensen kreeg die wel de stad in waren gegaan zagen dan ook erg bijzonder uit. Een historisch moment voor Zimbabwe wat ze hopelijk een mooiere toekomst gaat brengen.

De volgende dag, na een heerlijk ontbijtje met toast en ei, zou ik om 09.00 uur opgepikt worden met een busje om te gaan ziplinen boven de watervallen. Afrika zou Afrika niet zijn als ik om 09.20 nog niks zag, waarna bleek dat er iets kapot was. 1 belletje later was het weer gerepareerd (ik heb maar niet gevraagd wat precies) en konden we alsnog op weg. De vertraging was wel even fijn, want mijn malaria pil besloot zich weer eens als een trut te gedragen waardoor alleen de gedachte aan fysieke activiteit mij al deed kotsen.

In het busje bleek dat ik mijn canopy tour ging doen met een rondreis groep van, jawel, 5 Nederlanders (het is een beetje als HIV in Botswana, niemand wil het maar toch zijn ze overal). Ze bleken uiteindelijk wel heel aardig te zijn gelukkig. De gidsen waren ook heel chill en vonden het, toen ze door hadden dat ik het allemaal niet zo eng vond, leuk om lekker aan de kabels te gaan hangen als ik tussen de bomen door zoefde. Het ziplinen was heel tof met mooie uitzichten op een kloof aan de rand van de watervallen. Daarna had ik nog een paar andere activiteiten te gaan, terwijl de Nederlanders aan de koffie gingen in het naastgelegen restaurant. De eerste was de flying fox, waar je aan een touw horizontaal over de rotsen zoeft met uitzicht op het bulderende water eronder (als je dit al eng vindt moet je misschien even stoppen met lezen tot de volgende alinea). Daarna was er een hele lange snelle zipline, waarna je lekker in het midden stil hangt tot de gids je weer komt ophalen (dit tot afgrijzen van de mensen op het terras, die dat als uitzicht hadden). Het laatste, en meest spannende onderdeel, was de kloof swing. Veel mensen gaan bungee jumpen bij de Vic Falls, wat ik ook had overwogen, maar het aan mijn enkels vastgebonden zijn stond me een beetje tegen. De kloof swing was een vrije val van ruim 80 meter (dus eigenlijk gewoon een bungee jump maar dan met je hoofd boven) waarna je lekker een tijdje in de kloof schommelt. Mijn sadistische gids duwde me (terwijl hij tot 3 zou tellen) op 2 het ravijn in, waarna ik ontdekte dat ik toch wel overlevingsinstincten had (rennen door de lucht helpt niet om te stoppen kan ik je melden). De 3 uur daarna was ik euforisch en stijf van de adrenaline. Daarna ontdekte ik dat het café fatsoenlijke koffie verkocht (al wisten ze niet het verschil tussen een espresso en een latte machiato gek genoeg) wat misschien ook niet helemaal bijdroeg daaraan.

Op de terugweg heb ik mij laten afzetten in het centrum waar ik op zoek ging naar lunch. Ik wilde graag iets exotisch eten en je kunt hier ongeveer 1000 exotische dieren eten. Ik koos een dier dat ik niet zo heel lief vond en een gerecht wat blijkbaar bekroond was met een prijs. De gefrituurde krokodil met sesam en sinaasappel coating was echt superlekker! De tocht naar huis deed mij opnieuw verbazen hoe westers het hier was (escaperooms, KFC, globalisering is echt overal) tot ik ineens in dilemma was. De weg waar ik langs moet had aan de linkerkant een verzameling apen en rechts een pumba (weet nog steeds het Nederlandse woord niet). Ik had ergens gehoord dat beide beesten agressief waren, dus dapper als ik was heb ik gewacht tot er een Zimbabwaan dezelfde richting op liep zodat ik er achteraan kon lopen. Nadat deze mij vierkant had uitgelachen liepen we samen in dezelfde richting. Hij zei dat ik veilig was zolang ik geen plastic zakjes bij me droeg, want daar worden apen blijkbaar leip van. Weten we dat ook weer. Terug in het hostel besloot ik, na de hysterische reclame van andere mensen, om de volgende dag te gaan raften. Na een traditioneel dinner in het hostel (zelfde als in Botswana maar dan met pindasaus en sardientjes, vooral die laatste riepen een klein Marseille trauma op) was het opnieuw een avond vol nieuwe mensen met interessante verhalen ontmoeten. Ik was heel blij met eindelijk veel aanspraak. Een groep uitwisselingsstudenten uit Zuid-Afrika (die zijn ook echt overal) had vrienden gemaakt met een gids (ongeveer alle jonge mensen werken hier in het toerisme) die hun had uitgenodigd om mee naar een lokale kroeg te gaan. Ik en een aantal anderen nodigde onszelf ook uit, wat uiteraard geen probleem was. Ook toen bleek dat we met 7 toeristen en 3 locals in 1 auto moesten was er geen “matata”, het werd een knus ritje. Lopen was geen optie vanwege de wilde dieren die ’s nachts gewoon door de stad lopen. Het werd een hele chille avond met goede gesprekken met Zimbabwanen over de toekomst van Botswana en over hoe het is om als minderheid in een land te wonen. De meeste Zimbabwanen zijn sceptisch over de politiek, maar hopen heel erg dat er iets veranderd. Ze werken allemaal erg hard en studeren veel, maar met 90% werkeloosheid is het een vrij treurige situatie. Gelukkig is het bier er goedkoop waardoor ook op deze doordeweekse avond redelijk wat mensen waren. Na opnieuw een opgepropt ritje in de taxi waren we alsnog op een heel keurig tijdstip terug.

Gelukkig maar want de volgende dag werd ik om 07.00 uur opgehaald voor het raften. Bij de brieving bleek al snel hoe heftig het ging worden. De Zamzezi (waar de watervallen in uitmonden) is een niveau 5 rivier (ik citeer: Uiterst moeilijke lange en gevaarlijke stroomversnellingen die elkaar bijna onafgebroken opvolgen. Een grote hoeveelheid obstakels in de rivier, met grote vervallen en veel water. Het vergt een verkenning vanaf de kant om te zien hoe de passage eventueel bevaren kan worden. Alle mogelijke voorzorgsmaatregelen dienen getroffen te worden wanneer men wildwater vijf wil varen) en dus was het niet de vraag of we gingen omslaan, maar hoe vaak. Na een uitleg over wat je moet doen als je onder de boot vast zit of ver weg drijft gingen we op weg. Ik werd ingedeeld op een boot met een oude Brit op Crocs, een ielige Britse jongen en 2 dikke Polen die eigenlijk niet zelf wilde peddelen. Ik voel me niet snel heel goed over mijn eigen fysieke gesteldheid, maar in dit geval maakte ik graag een uitzondering. Ik vertrouwde dan maar op de sportieve Schot en mijn 2 gidsen, die er allemaal klein maar beresterk uitzagen. Om bij het water te komen moesten we nog een enorme stijle klim naar beneden maken, dus ik was blij dat ik mijn wandelschoenen had aangetrokken. De Brit op Crocs had het moeilijk en ook ik vond het in 30 graden behoorlijk heftig. Wat niet hielp voor je zelfvertrouwen is dat je lachend werd ingehaald door Zimbabwanen met een kano op hun schouders. Ook stonden er nergens hekjes, want veiligheidsvoorschriften bestaan volgens mij amper hier (riep een klein beetje posttraumatisch laat-ik-niet-weer-bijna-in-een-ravijn-storten angst op).

Eenmaal beneden kregen we (Team Sugar, naar de naam van de gids, zo weinig rock en roll) een lesje peddelen, werden onze zwemvesten aangesnoerd tot niveau ademnood en moesten we verplicht zwemmen (geen straf met 30 graden). Met een kleine omweg om nog even de watervallen te bekijken konden we op weg. Er zijn verschillende niveaus van stroomversnellingen, wij zouden 1 t/m 5 tegenkomen in onze tocht met totaal 19 versnellingen. Toen ik, terwijl we hard gingen, vroegen welk niveau dit was, lachte hij en zei dat dit niet eens een stroomversnelling was. Great. Daarna werd het totaal belachelijk, met keihard een intense stroomversnelling invaren bukken en hopen dat het sterke water je niet uit de boot gooit. We voeren in een soort kloof, waar aan de linkerkant Zambia en de rechterkant Zimbabwe lag (de rivier is de officiële grens), een soort niemandsland dus. Alle stroomversnellingen hadden gezellig namen zoals Highwell to Hell, Washing Machine etc. Bij de 6e versnelling (de wcpot van de duivel) was het tijd voor de eerste zwemles. Voor je het besefte was de raft omgeslagen en een halve seconde later dreef je happend naar adem in een mega grote stroomversnelling. Ik was gelukkig dicht bij de boot dus kon ik later vasthouden aan de boot blijven drijven. Nadat we de boot weer hadden gedraaid (waarbij je halverwege onder de boot door moet zwemmen) werden we allemaal als een soort verzopen zeekoe weer in de boot gesleept (die Zimbabwanen leken er weinig moeite mee te hebben). Een van de Polen vond echter dat hij beter wist hoe het moet en zwom lekker niet onder de boot door. Daardoor was hij ongeveer 100 meter afgedreven en duurde het lang voordat de bemanning weer compleet was.

Daarna ging het best een tijdje goed, tot we opnieuw bij een niveau 5 versnelling kwamen (hier zijn omslakansen ongeveer 50/50): de moeder (of schoonmoeder, afhankelijk van of je hem haalt of niet). Voor ik het wist had ik de halve Zambezi rivier ingeslikt waarna ik nog 3 keer onder ging en als een soort goudvis naar adem hapte. De stagiairgids trok mij omhoog en begon te schreeuwen dat ik niet in paniek moest zijn. Dit werkte vrij averechts, maar ik voelde me wel een stuk veiliger bij hem in de buurt. Eenmaal in de boot duurde het een tijd voor ik weer kalm was, vooral omdat we een paar versnellingen passeerde waar je echt niet in wilde zitten (zoals de gids hoopgevend zei: “Als we daarin terecht komen wil je hierna nooit meer raften”). De stukken tussen de versnellingen door waren wel heel chill met gesprekken waarin de gidsen even gingen demonstreren hoe ze 12 lokale talen spraken, met elk personeelslid een ander (er was nog een andere boot en 4 kano’s die ons eventueel ook nog konden redden). Bij de een na laatste versnelling vertelde ze ons dat er 99% kans op omslaan was en dat we van de boot weg moesten blijven, omdat die wel eens vast kon blijven zitten. Dit liet ik mij niet 2x zeggen na mijn vorige ervaring en volgens ben ik al voor de boot echt was omgeslagen al zonder peddel uit de boot gesprongen.

Dit keer was het weer een heerlijk zwemtochtje. Met alle boten van andere organisaties erbij was het wel een ware chaos met overal drijvende mensen, peddels en boten. Onze boot miste 2 van onze groep maar had wel iemand van een andere groep en 3 extra peddels. Een half uur later was eindelijk het kwartetspel van iedereen weer compleet, waarna we de laatste, “langzame” versnelling door konden. Het was een van de heftigste dingen die ik ooit heb gedaan, maar ook wel een van de leukste. Het einde was nog een ware beproeving, want we moesten met helm, zwemvest en peddel nog een enorme klim van een half uur maken. Inmiddels was het 7 uur geleden dat ik iets had gegeten, had ik meer sportieve activiteit geleverd dan gezamenlijk in de 3 maanden ervoor en was het superheet, waardoor ik niet zo scherp weer was. Na 3 meter viel ik dan ook al om half op de rotsen, wat meer onhandig was dan pijn deed. Daarna waren alle Zimbabwanen nogal bezorgd, waardoor ze me praktisch omhoog hebben gesleept (met in hun andere hand een kano…). Na deze helse tocht wachtte een heerlijke lunch, waar we ons allemaal ware overwinnaars voelden. We waren allemaal nog heel, behalve dat we 3 schoenen en een haarelastiekje (die vast in mijn haar zat) kwijt waren. Redelijk score dacht ik zo. We bleken nog een behoorlijk stuk door de dorpjes terug te moeten, wat vrij hobbelig was. Al snel begaf mijn blaas het waardoor ik de hele groep heb laten wachten terwijl ik in de middle of nowhere een struikje zocht. Oops, sorry.

Terug in het hostel was ik uitgeput door deze heftige dag, maar veel kans om uit te rusten kreeg ik niet. De barman (een schat van een jongen die heerlijk kookte) was jarig èn het was Thanksgiving. Wat begon als een onschuldige uitnodiging om een potje te schaken eindigde in een uitnodiging voor mee eten met het verjaardags/Thanksgiving diner. De Amerikanen, die ik eerder als nogal typisch en oppervlakkig had ingeschat, bleken echt superleuk te zijn en met zijn 4en vertrokken we na het eten naar de stad om de verjaardag van de barman te vieren. We eindigde opnieuw in de lokale kroeg en hadden opnieuw hele goede gesprekken. Dit keer over hoe vrijwilligerswerk op een goede manier kan gebeuren en wat we daarvoor moeten doen. Ondanks het bier en de shotjes waren we op een heel acceptabel tijdstip terug. Hier waren opnieuw nieuwe leuke mensen, dus ging ik alsnog niet echt op tijd naar bed.

De nacht was verschrikkelijk met zoveel decibel muggen en hitte dat ik slapen bijna opgaf, dus ik was blij dat ik een rustige dag voor de boeg had. Na een chille ochtend lifte ik mee naar de grensovergang van Zambia, waar de Amerikanen naar op weg gingen. Ik wilde eigenlijk even Zambia aantikken (ook omdat ik er een visum voor had gekocht, just in case) maar besloot na de tocht over de brug op weg ernaartoe dat ik iets ging drinken in het café dat uitkeek op bungee jumpende mensen. Geen stempel in mijn paspoort dus, maar wel officieel op Zambiaans grondgebied. De terugweg naar de watervallen (zo’n kwartier lopen) had ik gezelschap van een straatverkoper. Waar iedereen klaagde dat ze zo volhardend waren en vervelend, was deze man heel geïnteresseerd en chill. Dit bleek de rest van de dag ook zo te gaan, want toen ik later op een bankje bij de watervallen aan het lunchen was, raakte ik in gesprek met een fotograaf. We hebben denk ik wel een uur zitten praten over van alles en nog wat, zonder dat hij iets van mij wilde. Zie je dat in Nederland al voor je?

Na een vrouw die haar oom aan mij wilde uithuwelijken te hebben afgeschud was het tijd voor de watervallen echt te bekijken. Ik had 30 dollar entree betaald (afzetters..) dus wilde dan ook alles zien. Het was zoals verwacht echt supermooi en het lage waterniveau maakte dat ik er goed kon lopen zonder doorweekt te raken. Soms moest ik wel in de file staan voor andere toeristen en duckfacende kinderen (o cultuurshock) maar het groene landschap en het denderde geluid van de waterval werkte rustgevend. Na een drankje nog even snel teruggegaan want eind van de middag zijn er vaak regenbogen te zien. En inderdaad. Kort daarna barste de regen los, net toen ik besloten had het half uur naar het hostel te lopen. Opnieuw was er een random gesprek met iemand diezelfde kant op liep en doorweekt maar gelukkig met zoveel aardige mensen kwam ik terug in het hostel. Gelukkig droog je snel met 30 graden. Na een laatste keer traditioneel eten en chille gesprekken (van die inspirerende koppels die hun baan opzeggen en de wereld gaan rondreizen enzo) ging ik mee met een grote groep (opnieuw in een kleine auto) om bij het andere backpackershostel (zo een waar de kamers naast de bar zijn) 1 biertje te doen, want ik wilde op tijd naar huis. Na een intens lang en diep gesprek met een Nieuw-Zeelands meisje over de zin van het leven (korte samenvatting: kritisch naar je eigen ideeën kijken), dansen op Jamai (alleen ik terwijl de rest van de mensen staarde) en heel veel Zimbabwanen die wilden kletsen. Uiteindelijk eindigde we met de hele groep weer in een volle taxi en hebben we in ons eigen hostel nog een tijdje met onze voeten in het zwembad gechilld. Een goede afsluiting van mijn tijd in Zimbabwe dus.

De volgende ochtend volgende het, enigszins brakke, afscheid met alle leuke mensen die ik had ontmoet. Een paar knuffels en Facebook request later konden we op weg naar het vliegveld. Na een kleine roadblock van het leger (de politie is even niet actief door de hele coup enzo) konden we door en wachten op de vlucht.
Met enige vertraging aangekomen waar ik opgewacht werd door de man die mij naar mijn adres in Johannesburg bracht. Opnieuw een hele aardige man, net als de eigenaar. Dit was de zoon van de eigenlijke eigenaren die op vakantie waren. Na de andere gasten, opnieuw Nederlanders (het is een virus ik zeg het je) te hebben opgehaald maakte we een stop om burgers te halen, want ik had nog niet gegeten. Blijkbaar bedoelde de man daarmee Mc Donalds, dus zat ik even later mijn Big Mac weg te werken. Ben ik toch stiekem net zo erg als al die toeristen waar ik altijd over zeur, oops. Na een heerlijke nacht en mega ontbijt heb ik vrij weinig gedaan vandaag. ’s Avonds nog even een pizza gehaald (het is een gezond weekend…) en goede gesprekken met de baas gevoerd over Zuid-Afrika en haar problemen.

Kortom, een fantastische laatste week. Ik kijk er naar uit om weinig “avonturiers” tegen te komen die klagen over zand of beesten terwijl ze midden in de jungle zitten maar zal de random gesprekken met vreemden gaan missen. Ik zal in Nederland nog een laatste blog schrijven komende week, maar bedankt aan iedereen die mij gevolgd heeft! Leuk om zoveel reacties te krijgen!
Tot snel (heel snel!)

Liefs,
Diede

Ps: weinig Botswana, dus geen Botswana voor beginners. Sorry! O en sorry als er veel spelfouten in staan, maar ik moest een vlucht halen…
Diede

Actief sinds 03 Aug. 2014
Verslag gelezen: 188
Totaal aantal bezoekers 10555

Voorgaande reizen:

16 Juli 2019 - 04 Augustus 2019

Balkan rondreis

10 Augustus 2017 - 27 November 2017

Avontuur in Afrika!

13 Augustus 2014 - 31 December 2014

Uitwisseling in Joensuu

Landen bezocht: